199
NL
1. Druk op de toets [Set] en houd deze gedurende circa 3s ingedrukt [Set] x 3s
3s
2. Laat de toets [Set] los wanneer de led L1 begint te knipperen
L1
3. Druk op de toets []om de knipperende led te verplaatsen naar de “led ingang” die de te
wijzigen parameter vertegenwoordigt
4. Druk op de toets [Set] en houd die ingedrukt; de toets [Set] dient tijdens de stappen 5 en 6
voortdurend ingedrukt te blijven
5. Wacht ongeveer 3s waarna de led die het huidige niveau van de te wijzigen parameter
vertegenwoordigt zal gaan branden
6. Druk op de toets [Set] om de led te verplaatsen die de waarde van de parameter vertegenwoordigt.
7. Laat de toets [Set] los
8. Wacht 10s om de programmering te verlaten wegens het verstrijken van de maximumtijdsduur.
10s
N.B.: de punten 3 tot 7 kunnen herhaald worden tijdens dezelfde programmeringsfase om meerdere parameters in te stellen.
Tabel 18a: om de instelbare parameters te wijzigen van de “Standaardprogrammering” Voorbeeld
7.2.5) Voorbeeld van een eerste niveau programmering (functies ON-OFF)
Als voorbeeld wordt de handelingsvolgorde weergegeven om de fabrieksinstelling van de functies te veranderen die de functie “Variabele
Gevoeligheid” (L1) moeten uitschakelen en de “Gedeeltelijke Opening Kort” (L3) moeten activeren.
1. Schakel SPIN uit (bijvoorbeeld door de zekering F1 te verwijderen)
2. Druk op de toets [Set] en houd deze ingedrukt
L1
3. Schakel SPIN in (bijvoorbeeld door de zekering F1 te plaatsen)
4. Wacht op het knipperen van de besturingseenheid ten teken van start en houd de toets [Set] ingedrukt
totdat L1 (circa 6s) L1 6s
5. Laat de toets [Set] los
6. Druk één keer op de toets [Set] om de staat van de functie te veranderen die gekoppeld is aan led L1
(Variabele Gevoeligheid) nu geeft led L1 langdurige knipperingen af L1
7. Druk 2 keer op de toets []om de knipperende led naar led L3 te verplaatsen
L3
8. Druk 1 keer op de toets [Set] om de staat van de functie die aan L3 is gekoppeld te veranderen
(Gedeeltelijke Opening) nu geeft led L3 langdurige knipperingen af L3
9. Wacht 10s om de programmering te verlaten wegens het verstrijken van de maximumtijdsduur.
10s
Tijdens het wachten om de programmering te verlaten moeten de leds L1 en L3 blijven branden en zo aangeven dat de functies “Variabele
Gevoeligheid Uitgeschakeld” en “Gedeeltelijke Opening Kort” actief zijn.
Tabel 19: programmeervoorbeeld eerste niveau van de “Programmering bij inschakeling” Voorbeeld
Als voorbeeld wordt de handelingsvolgorde weergegeven voor verandering van fabrieksinstelling van de functies die de functies “Openings-
snelheid hoog” (L2) en “Automatische Sluiting” (L3) moeten activeren.
1. Druk op de toets [Set] en houd deze gedurende circa 3s ingedrukt
3s
2. Laat de toets [Set] los wanneer led L1 begint te knipperen
L1
3. Druk 1 keer op de toets []om de knipperende led te verplaatsen naar led L2
L2
4. Druk één keer op de toets [Set] om de staat van de functie te veranderen die gekoppeld is aan L2
(Openingssnelheid) nu geeft led L2 langdurige knipperingen af L2
5. Druk 1 keer op de toets []om de knipperende led naar led L3 te verplaatsen
L3
6. Druk 1 keer op de toets [Set] om de staat van de staat van de functie die aan L3 is gekoppeld te
veranderen (Automatische Sluiting) nu geeft led L3 langdurige knipperingen af L3
7. Wacht 10s om de programmering te verlaten wegens het verstrijken van de maximumtijdsduur.
10s
Aan het einde van deze handelingen moeten leds L2 en L3 blijven branden en zo aangeven dat de functies “Openingssnelheid Hoog” en “Auto-
matische Sluiting” actief zijn.
Tabel 19a: programmeervoorbeeld eerste niveau van de “Standaardprogrammering” Voorbeeld