Nederlands 243
Stoelcontactschakelaar overbruggen
1. Parkeerrem bedienen.
2. Functietoets F4 indrukken.
Instructie
Op het display verschijnt het waarschuwingssymbool "stoelcon-
tactschakelaar overbrugd".
3. Functietoets F4 opnieuw indrukken om de functie op te heffen.
De stoelcontactschakelaar is nu overbrugd, de PTO blijft echter
verder actief.
Inbedrijfstelling
몇 VOORZICHTIG
De handleiding van de aanbouwapparatuur lezen.
Bij gebruik van aanbouwapparatuur of getrokken machines en
aanhangers voor de inbedrijfstelling de betreffende handleidin-
gen lezen en opvolgen.
Neem de toegestane belastingen in acht, zie hoofdstuk Techni-
sche gegevens.
Transportbeveiliging op het knikscharnier loshalen
1 Pen met borgsplitpen
2 Transportbeveiliging
3 Opbergen transportbeveiliging
1. Borgsplitpennen eruit trekken.
2. Beide pennen eruit trekken.
3. Transportbeveiliging in de opbergplaats schuiven.
4. Pennen erin steken.
5. Pennen met borgsplitpen borgen.
Hoofdschakelaar inschakelen
1 Hoofdschakelaar
2 Accu gescheiden
3 Accu verbonden
1. Hoofdschakelaar op stand "Accu verbonden" zetten.
Veiligheidscontrole voor de start
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen en letsel door gebrekkig voertuig
Stel het voertuig niet in bedrijf wanneer aan een punt van de vei-
ligheidscontrole niet is voldaan en laat het voertuig repareren.
Instructie
Voer voor iedere inzet van het voertuig de aanbevolen veilig-
heidscontrole uit.
Veiligheidscontrole aan de apparaatdrager
Controleer voor elke start volgende punten:
1. Transportbeveiliging lossen, zie hoofdstuk Transportbeveili-
ging op het knikscharnier loshalen
2. Hydraulische aansluitingen op netheid
3. Hydraulische leidingen op lekkage
4. Hydraulisch oliepeil, zie hoofdstuk Peil hydraulische olie con-
troleren en hydraulische olie bijvullen
5. Motoroliepeil, zie hoofdstuk Motoroliepeil controleren
6. Koelvloeistofpeil, zie hoofdstuk Koelvloeistofpeil controleren
en koelvloeistof bijvullen
7. Bij vorstgevaar koelvloeistof op voldoende antivriesmiddel
8. Elektrische leidingen op beschadiging
9. Schroeven en moeren op vastheid
10.Voertuig, motor en radiatorrooster op beschadiging
11.Motorluchtfilter op properheid
12.Cabinestoffilter op properheid
13.Vloeistofniveau in het ruitensproeierreservoir, zie hoofdstuk
Ruitensproeierreservoir vullen
14.Bandenspanning en bandenslijtage
In het voertuig
15.Gaspedaal op lichtlopendheid
16.Is de werkhydraulica (PTO) uitgeschakeld?
17.Bij ingeschakeld contact: branden de waarschuwingslampjes
voor laadcontrole en oliedruk?
Motor starten en het volgende controleren:
18.gaan de waarschuwingslampjes voor de laadcontrole en olie-
druk uit?
19.Functioneren temperatuurindicatie en tankindicatie?
20.Zijn verlichting, rijrichtingsindicatie en knipperinstallatie in or-
de?
Veiligheidscontrole op de zuigveegmachine
Instructie
Voer deze veiligheidscontrole uit aanvullend op de veiligheids-
controle van de apparaatdrager.
Controleer voor aanvang van de rit de bedrijfs- en verkeersveilig-
heid.
1. Bevestiging van de vuilcontainer.